25 jun. 2018
Over hazelnootpasta is al veel geschreven. De Keuringsdienst van Waarde maakte vorig jaar een aflevering over de misstanden in de Turkse hazelnootsector. Zo’n driekwart van alle hazelnoten komen uit Noord-Turkije en worden in veel gevallen geplukt en verwerkt door minderjarige vluchtelingen, tegen te lage lonen en onder slechte arbeidsomstandigheden. Maar de chocoladetraktatie voor op brood bevat met palmolie, cacao en suiker meer grondstoffen met een schaduwkant. Weet jij waarvoor je kiest wanneer je een potje pasta koopt? Questionmark dompelde zich voor de Hazelnootpastawijzer onder in het bruine goedje en kwam ternauwernood boven.
Wil je bewust kiezen dan lijkt een product met een keurmerk goed. Maar wanneer ieder product in het schap een keurmerk heeft en er ook verschillende soorten keurmerken op de verpakking terug te vinden zijn, hoe weet je dan waarvoor kiest? Bij de totstandkoming van onze Hazelnootpastawijzer vroegen we deelnemende voedselmerken om aanvullende antwoorden te geven over hun inspanningen en welke grondstoffen daadwerkelijk gecertificeerd zijn. Alle bedrijven reageerden openhartig en eerlijk op de achtergrond van hun keurmerken en al snel werd duidelijk dat de velerlei aan keurmerken het hazelnootpastaschap niet transparanter maakt.
Wanneer je als consument kiest voor een product met een keurmerk ga je er in eerste instantie vanuit dat het product deugt. Je bent er zelfs toe bereid om er net iets extra voor te betalen. Toch zegt een keurmerk in een bijna alle gevallen alleen iets over de totstandkoming van één grondstof. Zo kan het zijn dat de cacao in de hazelnootpasta gecertificeerd is, terwijl de hazelnoten wederom niet onder smetteloze omstandigheden in het potje zijn beland. Zo is een keurmerk vaak single issue.
Maar liefst eenderde van de onderzochte hazelnootpasta’s is biologisch. Dat lijkt een goede ontwikkeling, de keuze voor biologisch is weliswaar goed voor onder meer biodiversiteit, maar gaat voorbij aan de meest nijpende problemen in deze productieketen: kinderarbeid, slavernij en ontbossing.
Twintig van de drieëntwintig hazelnootpasta’s maken gebruik van RSPO-gecertificeerde palmolie. Ontbossing en moderne slavernij in de palmoliesector lijken daarmee op zijn retour. Welke inspanningen RSPO echt levert is lastig te achterhalen, maar wanneer bijna alle producenten (zelfs budgetmerken) kiezen voor RSPO-gecertificeerde palmolie, ontstaan er twijfels over het ambitieniveau van het keurmerk. Tijd om de eisen op te schroeven en het certificaat geen ondergrens te laten zijn, maar zich te ontwikkelen als een stip op de horizon. Cacao kent hetzelfde probleem. Slechts twee merken uit de wijzer kiezen voor niet-gecertificeerde cacao. Ook hier kunnen de duurzaamheidsstandaarden van het keurmerk omhoog om concurrentie op kwalitatieve waarden verder te stimuleren.
Overigens mogen de partijen die niet aan deze 'bijna standaard' voldoen, zich achter de oren krabben.
De huismerken van Jumbo en Albert Heijn scoren beide goed. De grootgrutters hebben een degelijk ‘huisbeleid’ voor grondstoffen met duurzaamheidsrisico’s. Wel is het voor consumenten lastig om hier inzicht in te krijgen omdat het beleid slechts deels is terug te vinden op de verpakking. Voor A-merken is het nog moeilijker om zicht te krijgen op hun duurzaamheidsprogramma’s, omdat de inhoud daarvan niet samenloopt met die van keurmerken.
Marktleider Ferrero, producent van Nutella, zit in een lastig parket. Zij zijn de grootste inkopers van hazelnoten en hebben door hun grote vraag naar hazelnoten geen mogelijkheid om deze allemaal UTZ gecertificeerd te krijgen. Door het ontwikkelen van eigen programma’s hebben ze de ambitie uitgesproken om per 2020 alle hazelnoten 100 procent traceerbaar zijn. Deze belofte zegt op dit moment nog niets, maar geeft wel aan dat een keurmerk wederom geen kwestie is van kiezen maar ook moet kunnen. Overigens is Ferrero al vanaf 2012 betrokken bij de realisatie van de totstandkoming van het UTZ-keurmerk voor hazelnoten. Zo op het eerste oog mooie stappen, maar onzichtbaar voor de consument.