17 jan. 2019
Specerijen zijn de stoffen die smaak, kleur en geur geven aan maaltijden. Voorbeelden van specerijen zijn peper, paprikapoeder, kruidnagel en vanille. Het zijn de gedroogde delen van planten en kunnen afkomstig zijn van de wortel, vruchten, bloemen of schors van een gewas. Ze komen uit landen met een voornamelijk tropisch klimaat. Specerijen komen uit allerlei verschillende gebieden, wat de sector complex maakt. De productie van specerijen kan druk leggen op het milieu in de tropische gebieden waar ze vandaan komen en de arbeiders op de plantages. Voor duurzame specerijen is het daarom belangrijk om rekening te houden met aandachtsgebieden binnen de thema’s milieu en mensenrechten. Per specerij kan het verschillen wat de aandachtspunten zijn. Hieronder zijn de belangrijkste te vinden.
De specerijen sector is complex doordat het om veel verschillende specerijen uit verschillende tropische gebieden gaat. Om maatregelen te kunnen nemen op het gebied van milieu en mensenrechten in de landen waar de specerijen geproduceerd worden, is het allereerst belangrijk dat merken de productieketen goed in kaart hebben gebracht.
Ook de verpakkingen van de specerijen kunnen een aandachtspunt zijn, waarbij het belangrijk is om overmatig gebruik van verpakkingen te voorkomen. Verpakkingen kunnen een hoge milieu-impact hebben door het energiegebruik en de materialen.
Tot slot kun je letten op keurmerken die op de verpakkingen van specerijen staan. Topkeurmerken die zich inzetten voor maatregelen voor duurzame specerijen op het gebied van milieu zijn bijvoorbeeld Rainforest Alliance en het Europees biologisch keurmerk. Rainforest Alliance zet zich daarnaast ook in voor maatregelen op het gebied van mensenrechten.
Questionmark werkt met de methode van The Sustainability Consortium om de risico’s voor duurzaamheid in productgroepen te bepalen. De aandachtsgebieden die worden toegelicht op deze pagina zijn gebaseerd op drie productgroepen met vergelijkbare aandachtspunten: plantaardige producten, tropisch fruit en plantaardige olie. Daarnaast is dit aangevuld met informatie van het Voedingscentrum om de aandachtsgebieden in een Nederlandse context te plaatsen.