Onderstaande onderwerpen zijn op basis van wetenschappelijk onderzoek vastgesteld als meest belangrijke aandachtspunten in de keten.
Als in samengestelde producten dierlijke ingrediënten gebruikt worden, zijn dit belangrijke aandachtspunten op het gebied van dierenwelzijn:
De productie van samengestelde etenswaren en dranken kan een grote impact hebben op het milieu. Belangrijke aandachtsgebieden tijdens de productie zijn:
Milieu | Mens | Dier | |
---|---|---|---|
Topkeurmerken | |||
Met een keurmerk kan een merk laten zien dat het zich inspant om duurzamere producten te maken. Questionmark hanteert de definities van topkeurmerk zoals die zijn vastgesteld door Milieu Centraal. | |||
EKO | |||
De basis is gelijk aan de eisen voor het Europese keurmerk voor biologische landbouw, waarvan EKO een van de grondleggers is. Daarbovenop stelt EKO sinds maart 2016 de aanvullende eis dat boeren, verwerkers en handelaren elke 3 jaar concrete verbeterdoelen formuleren op ten minste twee duurzaamheidsthema’s uit de EKO-code. Boeren kunnen uit 8 thema’s kiezen, verwerkers en handelaren uit 10 thema’s. Thema’s in de EKO-code zijn bijvoorbeeld: energie en klimaat, dierenwelzijn en diergezondheid, biodiversiteit, natuur en landschap, eerlijke handel en andere sociale aspecten. | |||
Biologische landbouw | |||
Een belangrijk uitgangspunt in biologische landbouw is de vruchtbaarheid van de bodem. Bij de groei van gewassen verbiedt het keurmerk om deze reden kunstmest en herbiciden en beperkt het de inzet van overige pesticides en reinigingsmiddelen. Daarnaast verplicht het gewasrotatie en stelt het eisen aan de herkomst en eigenschappen van het zaad. Ook moeten gangbare en biologische producten bij zowel teelt, oogst, opslag als transport gescheiden worden. Het keurmerk Biologisch stelt voor rundvlees, koeienzuivel en paardenvlees eisen aan de herkomst van de dieren, huisvesting en weidegang, diervoeding en gezondheidszorg. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke behoefte van ieder type dier. Een deel van de eisen gaat over dierenwelzijn; biologische dierlijke producten krijgen altijd 3 sterren van het Beter Leven kenmerk. | |||
Overige keurmerken en logo's | |||
Deze overige keurmerken en logo's voldoen niet aan de richtlijnen op betrouwbaarheid en transparantie van Milieu Centraal. | |||
Proefdiervrij | |||
Proefdiervrij |
Voordat je een product in handen hebt, heeft het een hele reis afgelegd door de productieketen. Hier zie je de belangrijkste ketenstappen, met bij iedere stap wat Kleinste Soepfabriek zelf aangeeft te doen om mogelijke problemen aan te pakken. Maatregelen die vereist zijn om een (top)keurmerk te verkrijgen, kun je zien door het filter te gebruiken. Je kunt ook bekijken wat een merk extra doet, door te filteren op 'eigen maatregelen'.
Er wordt voor dit product geen palmolie, palmpit olie, of van de oliepalm afgeleid ingrediënt gebruikt.
De soja in dit product is als volgt gecertificeerd:
Voor 100% van de gebruikte soja heeft Kleinste Soepfabriek grip op de duurzaamheidsrisico's. Deze soja is biologisch en komt uit de Verenigde Staten, waar sojateelt niet zorgt voor grootschalige ontbossing zoals in Brazilië.
Kleinste Soepfabriek streeft naar eerlijke handel en leefbaar loon voor arbeiders:
32% van de belangrijke ingrediënten is afkomstig van kwekerijen/boerderijen die een vooraf afgesproken minimumprijs ontvangen als de grondstoffenprijzen op de markt dalen. Deze ingrediënten komen namelijk uit Nederland, waar een wettelijk minimumloon geldt.
Per 13 melkkoeien is tenminste 2 hectare aan buitenruimte beschikbaar, waarvoor ze niet verder dan 1,5km hoeven te lopen.
Alle koeien van 1 jaar en ouder hebben toegang tot een koeborstel.
Op de privégedeelten van het erf worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt bij het bestrijden van onkruid.
Plastic afval van de melkveehouderij wordt altijd gerecycled.
Minstens 5% van het areaal van de melkveehouder wordt gebruikt om de lokale biodiversiteit te stimuleren, bijvoorbeeld met blijvend grasland of ecologisch slootkantbeheer.
Alle door de melkveehouder aangekochte elektriciteit is groene stroom.
Het jaarlijkse elektriciteitsverbruik en eventuele teruggeleverde elektriciteit (bij zelf opwekken van elektriciteit) worden gemonitord.
Het voorkomen van plagen en ziektes gebeurt zoveel mogelijk middels vruchtwisseling en/of teeltmethoden. Voor het bestrijden van onkruid hebben schoffelen, wieden of de inzet van natuurlijke vijanden de voorkeur. Alleen als aanvulling op deze methoden staat het keurmerk Biologisch een zeer beperkt aantal gewasbeschermingsmiddelen toe.
Het landbouwbedrijf heeft een programma op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid om de impact van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen op mens en milieu te minimaliseren.
Jonge dieren krijgen bij voorkeur moedermelk, en anders biologisch melkpoeder. Kalveren kunnen ten minste 3 maanden bij de moeder drinken.
De gebruikte zaden, stekjes en/of pootaardappelen zijn van biologische herkomst. Als een ras niet biologisch beschikbaar is, is een ontheffing verplicht.
Alle gebruikte mest en/of compost is biologisch en onbewerkt.
Elke melkkoe heeft ten minste 6 vierkante meter staloppervlak ter beschikking. Een vleesrund heeft 1,5 tot 5 vierkante meter staloppervlak, afhankelijk van zijn gewicht.
Planten worden in de bodem geteeld en niet op een kunstmatige ondergrond (substraat).
Onthoornen en castreren mag enkel onder verantwoording van een dierenarts. Castratie wordt uitgevoerd op de meest geschikte leeftijd en met verdoving.
Plantversterkers worden in de biologische landbouw niet gebruikt, tenzij ze voorkomen op een beperkte EU-lijst van minst schadelijke stoffen.
Stallen en weilanden worden ingericht zodat de dieren zich zo natuurlijk mogelijk kunnen gedragen, waarbij zij altijd naar buiten kunnen als het weer en de grond het toestaan.
Voor het schoonmaken van gebouwen, installaties en machines worden de voor biologische landbouw toegestane producten gebruikt van een beperkte EU-lijst met minst schadelijke stoffen.
Er is op het landbouwbedrijf een beheersplan voor biodiversiteit van kracht dat is gebaseerd op een beoordeling van de biodiversiteit op en rond het landbouwareaal.
In de stallen is genoeg daglicht, er is natuurlijke ventilatie, de vloeren zijn vlak maar niet glad, en er ligt strooisel of hooi op de grond. De dieren hebben voldoende schone en droge ligruimtes.
Er worden alleen sterke rassen gebruikt die geschikt zijn voor de biologische landbouw. Goede voeding, verzorging en leefomstandigheden dragen bij aan goede weerstand van de dieren.
Kalmerings- en dwangmiddelen worden niet gebruikt, en dieren worden niet vastgezet tenzij de veiligheid van het dier in gevaar komt, en dan alleen voor korte tijd.
Maximaal 40% van het voer is krachtvoer.
Vrouwelijke dieren moeten biologisch worden aangekocht. Mannelijke dieren mogen zowel biologisch als gangbaar worden aangekocht.
Er is aandacht voor hygiëne in de stallen, deze worden regelmatig schoongemaakt met water en schoonmaakmiddelen die zijn toegestaan in de biologische productie.
Reguliere geneesmiddelen, hormonen en antibiotica mogen alleen worden gebruikt in overleg met de dierenarts, en het gebruik moet in overeenstemming zijn met een strikt antibiotica-beleid dat onder andere preventief gebruik verbiedt.
Er is een controleerbaar beleid aanwezig dat het gebruik van mest reguleert. Daarnaast worden er eisen gesteld op het gebied op bodemkwaliteit en voorkomen van bodemerosie.
Kleinste Soepfabriek houdt bij wat de letsel- en ziektepercentages zijn binnen eigen bedrijven of onderaannemers die het eindproduct maken:
In de afgelopen twaalf maanden was het letsel- en ziektepercentage 0%, binnen eigen productiebedrijven of productie via onderaannemers. Samen zijn deze verantwoordelijk zijn voor 100% van het voor Kleinste Soepfabriek geproduceerde product. Er is geen enkel geval van ziekte of letsel geweest.
Kleinste Soepfabriek rapporteert over de verschillende aspecten van de milieu-impact van de verpakking van het product:
94,5% van de productverpakking bestaat uit gerecyclede materialen. Alle soepen zitten namelijk in gerecycled glas. Alleen van de deksel is niet zeker of die van gerecycled blik is gemaakt.
Kleinste Soepfabriek heeft zichzelf doelen gesteld met betrekking tot de productie en het ontwerp van de verpakkingen:
100% van de verpakkingen van het eindproduct kan hergebruikt worden. De pot mag in zijn geheel bij het oud glas.
De dieren krijgen biologisch voer (geteeld zonder GGO, bestrijdingsmiddelen en kunstmest) en aan het voer mogen geen antibiotica, medicinale stoffen en groeibevorderaars worden toegevoegd. Minimaal 60% van het voer komt van het eigen bedrijf of uit de regio.
Kleinste Soepfabriek heeft in kaart gebracht waar de belangrijke ingrediënten vandaan komen:
Van 94,9% weet Kleinste Soepfabriek uit welk land het afkomstig is. Binnen Europa is niet altijd bekend om welk land het precies gaat, buiten Europa wel.
Van 5,1% weet Kleinste Soepfabriek van welke plantage/kwekerij/boerderij het afkomstig is. Het varkensvlees komt namelijk allemaal van biologische boerderij Arkema uit Noordbroek.
Kleinste Soepfabriek over hun duurzaamheid:
Door het gebruik van mooie biologische ingrediënten en de 658 zonnepanelen op het dak proberen wij een bijdrage te leveren aan een duurzamere wereld voor de volgende generaties.
Soep zoals Groninger mosterdsoep is niet geschikt als onderdeel van een gezonde dagelijkse voeding.
Groninger mosterdsoep kun je wel als extraatje eten. Het advies is om dat niet meer dan drie keer per week te doen.
Het bevat
Oordeel gebaseerd op de Richtlijnen voor de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum
Etiketinformatie als ingrediënten, voedingswaarden en keurmerken is verzameld uit verschillende databronnen. Laatst gewijzigd op 22-11-2024.
Voor het identificeren van de aandachtsgebieden die in deze productieketen worden getoond, gebruikt Questionmark de methode van The Sustainability Consortium. De informatie over maatregelen voor deze aandachtsgebieden is door Kleinste Soepfabriek aangeleverd op 12-09-2019. Questionmark vraagt de directie van Kleinste Soepfabriek om garant te staan voor de betrouwbaarheid van deze informatie. Daarnaast neemt Kleinste Soepfabriek maatregelen die vereist zijn voor het Biologische landbouw keurmerk en het EKO keurmerk. Deze maatregelen kunnen deels overlappen.